Omdat het bijna vakantie is – een ‘feel good story’ om los te komen van het werk.
Zie het als een goed voorbeeld van omdenken en vertrouwen hebben in een goede afloop – onder de voorwaarde dat je jouw hart volgt en de – voor jou – juiste keuzes maakt.
Een herinnering.
We zitten in de sober ingerichte keuken van de woning van de familie Lankhaar. Zeg maar Peter, stelt hij vriendelijk voor.
Peter heeft mij uitgenodigd om zijn financiële belangen te bespreken en hem bij te staan in de gesprekken met zijn nieuwe zakelijke partners.
Nu zijn 50e verjaardag nadert.
In deze fase van zijn leven zijn vraagstukken als bedrijfsopvolging en zijn kennis overdragen aan de jonge generatie dagelijks in zijn gedachten.
Hij voert zijn bedrijf, een franchise vestiging in witgoedapparaten, al meer dan 20 jaar alleen. Van automatische bedrijfsopvolging is geen sprake, want hun kinderwens is nooit in vervulling gegaan.
Zodoende heeft hij, samen met zijn vrouw Els, besloten om een samenwerkingsverband aan te gaan met een firma in een naburige regio.
Al tijdens mijn eerste bezoek.
Het valt me op dat Peter er moe uitziet. Niet het soort moeheid dat veroorzaakt wordt door hard werken. Eerder de afmattende moeheid door sleur en zorgen.
Hij lijkt er geen zin meer in te hebben. Toch vertelt hij dat deze nieuwe uitdaging hem weer nieuwe energie geeft.
Vervolg gesprekken.
Tijdens de gesprekken die volgen, waarbij ook de twee vennoten van de firma uit de naburige regio aanwezig zijn, valt me iets op.
De vennoten, vader en zoon, staan achter een democratisch beleid in de te vormen samenwerking. Vader en zoon vallen elkaar steeds bij, waardoor ik het vermoeden krijg dat in geval van democratische stemmen zij samen altijd in de meerderheid zullen zijn.
Alles trekken ze naar zichzelf toe, het voorstel over de nieuwe locatie, het voordragen van de te kiezen adviseurs, leveranciers, financiers noem maar op.
Een vermoeden.
Mij bekruipt het bange vermoeden, dat zodra alles geregeld is, kennisoverdracht heeft plaatsgevonden en de nieuwe vennoten voorgesteld zijn aan de klanten van Peter, hij stilzwijgend op een zijspoor zal worden gezet.
Voorzichtig breng ik dit onderwerp ter sprake, als we weer samen in de keuken van het woonhuis zitten.
Tot mijn verbazing geeft Peter aan hetzelfde te denken.
Tot mijn verassing geeft Peter aan dat hij dat vermoeden zelf ook heeft. Wellicht ziet hij mijn verbazing, want hij vertelt meteen dat hij geen andere uitweg meer ziet. Hij is zo moe. Wil al langer iets anders en er is niemand om even mee van gedachten te wisselen op zakelijk gebied.
Eigenlijk is dit niet mijn verantwoordelijkheid.
Als verzekeringsagent is het niet mijn taak om iemand te coachen bij carrière vraagstukken, toch dwingt mijn geweten mij om deze man te behoeden voor geforceerde beslissingen.
Ik schuif het financiële dossier naar een hoek van de tafel en leun wat meer naar voren. Als hij een klankbord zoek, dan wil ik die rol wel tijdelijk vervullen, totdat en meer geschikte kandidaat deze taak op zich neemt.
Wat ik me dan afvraag…
Zeg ik, wat zou je dan werkelijk graag willen? Een opvolger, zegt hij. Iemand waarmee ik kan samenwerken, die ik het vak kan leren en die later de zaak voortzet. Maar er is geen opvolger, er zijn geen kinderen hier.
Er zijn toch nog wel andere mogelijkheden om dit te realiseren, stel ik. Je kunt bijvoorbeeld, in plaats van eigen kinderen in de zaak toe laten treden, een school benaderen voor een stagiair. Jong talent in het vakgebied een kans geven of misschien kinderen van familieleden of vrienden vragen.
Hebt je dat al eens overwogen?
Peter zijn ogen beginnen wat meer glas en levendigheid te tonen als hij antwoord dat hij daar nog niet aan had gedacht.
Natuurlijk! Ook nu zullen er jonge mensen zijn die, zoals hij vroeger, graag als zelfstandige willen werken. Hij had vroeger graag een bedrijf over willen nemen en het vak aangeleerd willen krijgen van een ervaren en deskundig persoon.
Met een zucht zakt Peter weer tegen de leuning van zijn stoel. Ik wil dit wel even laten bezinken en ruggenspraak houden met Els. Mag ik je hierover weer benaderen?
Na een kleine maand krijg ik een telefoontje.
Ze zijn eruit, hij en zijn vrouw. Maar hij wil mij hun beslissingen persoonlijk vertellen.
Na ons voorzien te hebben van stomende koffie en een stuk warme en sterk naar kaneel geurende appeltaart, steekt hij van wal.
Erwin de zoon van de neef van mijn vrouw is zojuist afgestudeerd aan de HTS. Toen hij van onze situatie vernam, is hij direct op bezoek gekomen om met ons te praten. We zijn eruit, wij gaan samenwerken. Eerst werk ik hem in en dan proberen we onze toekomstplannen samen tot uitvoer te brengen.
Hij heeft namelijk al heel goede ideeën aangedragen. Peter straalt en heeft een glimlach van oor tot oor. Ik geef aan dat ik nu het gevoel heb dat dit hem echt veel nieuwe energie geeft en feliciteer hem met deze goede oplossing.
Nu – jaren na onze gesprekken.
Als ik nu, 25 jaar na dit laatste gesprek, over de weg rijdt die voert naar het huis van de ondernemersfamilie, dan passeer ik een enorm bedrijfspand. Voor het pand staan landbouwvoertuigen geparkeerd en apparaten uitgestald. Met grote letters prijken twee familienamen op de gevel.
Al jaren werken ze niet meer samen, maar met nog 60 anderen. En onlangs heb ik mee mogen feesten vanwege hun 25 jarige samenwerkingsjubileum.
Er is weer ruimte voor de volgende generatie…
Welke goede keuze heeft jou veel gebracht? Of ben je nu juist op een keerpunt in je leven en kun jij wel een klankbord gebruiken? Ik verneem het graag!